Basisregels

Als je gaat beginnen met clickertraining moet je rekening houden met de volgende basisregels:  

1. De beloning moet je snel na de click geven. Dit is omdat de hond de link moet leggen tussen de click en de beloning. Als er teveel tijd tussen zit gaat het verband tussen de click en het voer of speeltje o.i.d. verloren. Ideaal is het om de hond meteen na de click het lekkers te geven, dus dan zit er zo'n 1/3 seconde tussen (dat is onze reactietijd). Als je hond erg vertrouwt is met clickertraining kun je soms wat meer tijd er tussen laten zitten (bijvoorbeeld omdat je het lekkers ergens anders vandaan moet halen) maar de basisregel is de beloning het liefst zo snel mogelijk na de click geven.

2. Je moet eerst clicken, en dán pas het lekkers pakken en geven. Dit is iets wat ik fout deed. En wat heel veel mensen geneigd zijn fout te doen. Je moet eerst clicken en dan pas lekkers pakken en geven. Dus niet alvast je hand in je zak met lekkers steken etc. Want als je dat doet let de hond op jouw beweging, die voorspelt voor hem immers dat er iets lekkers aankomt. Of hij kijkt alleen naar het lekkers. En zo heeft de click dus geen betekenis (meer) voor je hond. En dat werkt vanzelfsprekend niet handig. Kortom niets wat jij doet mag voorspellen dat er iets lekkers komt. Het gaat alleen om de click. (Dus ook niet de clicker op de hond richten en dan clicken).
Je wilt de hond leren dat de click betekent: 'dat was wat ik wilde zien'. Daarvoor hoeft de hond dus niet naar je te kijken maar kan hij allerlei gedrag gaan uitproberen. De click vertelt de hond wat jij wilt zien.

Als de hond het signaal hoort moet het de beloning verwachten (dan is de link tussen de click en de beloning gelegd). En als je gedrag klikt dan zal de hond hoogstwaarschijnlijk dat gedrag, waar hij voor werd geclickt, vaker laten zien. (dat is wetenschappeljk onderbouwd)

3. Je moet op het juiste moment clicken.
Als je clickt als je het gedrag ziet wat je wilt clicken, ben je te laat. Je moet kijken naar het gedrag dat voor het gedrag komt dat je wilt clicken en als je dat ziet moet je clicken. Je kunt beter te vroeg clicken dan te laat! Bijvoorbeeld bij het aanraken van je vingers met zijn neus. Als je wacht totdat hij jouw vingers aanraakt en dan clickt, click je hoogstwaarschijnlijk op het moment dat de hond zijn kop weer terugbeweegt, weg van je hand vandaan.

De beste tip die ik je hier kan geven is dan ook: zoek naar gedrag dat er net voor gebeurd. In het geval van het aanraken van je vingers click je op het moment dat je ziet dat de hond een klein stukje verwijdert is van je vingers (maar er wel op weg naar toe is). 

Daarnaast kun je werken aan je reactiesnelheid. Er zijn verschillende sites op internet om je reactiesnelheid te vergroten. Je kunt je clickvaardigheden ook oefenen (zonder hond), door iemand een tennisbal tegen een muur te laten gooien en jij probeert dan te clicken op het moment dat de bal de muur raakt. Probeer maar eens uit. Of laat iets op de grond vallen en probeer zo te timen dat je click samenvalt met het aanraken van de bal of iets anders, op de grond. Na verloop van tijd zul je er steeds beter in worden!

Wees gerust, niemand is in staat om altijd precies te clicken. Als maar het grootste gedeelte van de clicks juist getimed zijn, is er niets aan de hand.

4. Click bewegingen.
Als een dode hond het gedrag kan laten zien wat je wilt, dan is het waarschijnlijk niet zo'n goed idee om het te gaan clicken. (Je kunt een hond wel leren dat het afwezig zijn van een beweging beloond wordt). Click het liefst tijdens de beweging. Let dus op spierbewegingen etc.  Als je je hond wilt leren om een oor te bewegen moet je clicken voor een beweging en niet voor het oor dat al gedraaid is en op dat moment onbewegelijk is. De hond zal dat niet zo snel snappen. Terwijl als je de beweging van het oor clickt de hond dit vrij snel door kan hebben.

5. Click vaak. Laat je hond veel succes hebben.
Veel succes hebben maakt leren leuk! Een beginnende hond die minder dan 12 clicks in een minuut krijgt haakt hoogstwaarschijnlijk af. Vergevorderde honden kunnen lang zoeken naar het gedrag dat je wilt dat ze doen voordat ze afhaken. Maar beginnende honden moet je in het begin heel veel clicken. (Vandaar dat beloningen super klein moeten zijn.) Click alleen nooit meer dan 1 keer direct achter elkaar. Dus niet als de hond iets heel moois liet zien, click, click, click. Nee, je clickt 1 keer en geeft dan een superbeloning.

6. Denk van te voren na over welk gedrag je wilt zien.
Dus wat wil je gaan trainen? Heb een heel duidelijke visie over wat je wilt zien. En click wanneer dat gedrag plaatsvindt (dus er net voor). Als je na 20 seconden nog niet hebt geclickt, moet je stoppen en je criteria naar beneden bijstellen. Je verwachtingen zijn te hoog.
Je wilt je hond immers gemotiveerd houden en dat doe je door hem heel veel succes te laten hebben (in het begin).

7. Let op de duur van de trainingssessie:
Hoe lang duurt de training? Houd het heel kort. Hierbij kun je denken aan 1 minuut. Dan stop je. (Zet een keukentimer neer en stel hem in op 1 minuut) Denk daarna na over het resultaat en kies je nieuw criteria en ga je weer 1 minuut trainen.
Je kunt bijvoorbeeld 20 beloninkjes klaarleggen en na een minuut tel je hoeveel je over hebt. 20 - 'het aantal dat je over hebt' = 'het aantal beloningen dat je in die minuut hebt gegeven'. Zo kun je precies bijhouden hoe het gaat met de training.

8. De beloning:
Denk na over welke beloning je kiest en bij welk gedrag je welke beloning wilt gebruiken. Denk daarbij aan de volgende regel: De hond is het die bepaalt of iets een beloning is! Niet de trainer! Soms kunnen honden hele andere dingen op prijs stellen dan wij zelf zouden kiezen.

Als je voedsel als beloning gebruikt, wat het meest handigst is in de training, dan moet ze heel klein zijn. Makkelijk door te slikken (geen kauwwerk, je wilt meteen weer verder). Neem een grote voorraad mee. Je hebt namelijk heel veel beloningen nodig, vandaar ook dat ze zo klein mogelijk moeten zijn. En vanuit een volle beloningszak/emmertje kun je sneller voeren dan als je diep moet graaien naar wat lekkers. Beloningen moeten het liefst dezelfde grootte hebben. Want je pakt dat makkelijker en sneller vast en kunt dan dus je hond sneller belonen. Varieer tussen de beloningen. Altijd maar dezelfde worst, hoe heerlijk ook, kan gaan vervelen!

Je kunt voer ook af en toe afwisselen met een trekspelletje, of apporteerspelletje als je hond dat erg leuk vindt. Dit kost wel wat meer tijd, je kunt minder trainen in een trainingssessie, maar sommige honden willen alleen dan werken en voor anderen is het nodig om ze af en toe hiermee te belonen om ze extra gemotiveerd te houden.

9. Opwarming:
Voor je gaat trainen speel je even met je hond. Zodat hij in de juiste stemming komt.
Begin met een niet te moeilijk gedrag. Leren is leuk! En sluit ook niet altijd af met een moeilijk gedrag!

Heb je vragen stel ze gerust!